Leiders en leiderschap, we raken er niet over uitgepraat. Maar wat is het eigenlijk, en vooral: hoe maakbaar zijn leiders? Wie wil er leider worden en hoe komt het dat sommige mensen sommige leiders volgen en andere weer andere, of niet?
Een leider is iemand met leiderschapskwaliteiten – take your pick: van invloed tot gezag tot intelligentie tot schoonheid tot empathie tot charisma tot integriteit. In veel managementliteratuur en dito -trainingen wordt leiderschap beschreven als een vaardigheid: iets dat iedereen kan leren door training, herhaling en feedback. Dat verklaart meteen het succes ervan: iedereen wil wel een Leader zijn! En het ligt binnen ieders handbereik.
Ook wordt leiderschap gezien als een proces: een leider beïnvloedt een groep (effectief) om een gemeenschappelijk doel te behalen. Invloed is hierbij het sleutelwoord. En degene die beïnvloed worden, zijn de volgers, die de leider steunen. Hoewel leiderschap zeker een groepsproces is, kan het beschouwen van leiderschap als een proces leiden tot een bepaalde mechanisatie. Is het doel bereikt, houdt dan het leiderschap op? Doorgaans zal dat niet het geval zijn: volgens zullen blijven volgen.
Ondanks de droom van velen om zelf leider te worden, zien we in de samenleving en in organisaties iets anders: sommigen worden wel als leiders gezien, anderen niet; die anderen worden dan vaak als volgers gezien. Leiderschap is namelijk weliswaar ook een vaardigheid, maar die komt bij mensen met een bepaalde aanleg na de training, herhaling en feedback op een hoger niveau uit dan bij mensen die deze aanleg niet hebben.
En aanleg is aangeboren. Na training blijken sommigen meer talent te hebben voor leiderschap dan anderen. Net zoals sommigen meer talent hebben om monteur of voetballer te worden dan anderen. Dat zegt niets over hun waardigheid als mens. Wel is het belangrijk te beseffen dat bij mensen zonder aanleg voor een bepaalde activiteit het beoefenen ervan waarschijnlijk een worsteling zal blijven waar niemand gelukkig van wordt.
In de literatuur vinden we een aantal steeds terugkomende eigenschappen van mensen met aanleg voor leiderschap. We kunnen ze allemaal wel bedenken: dominantie, extravert, zelfverzekerd, slim, sterk, initiatiefrijk, stressbestendig, volhardend. Integriteit wordt ook genoemd, hoewel het hier vooral gaat om de perceptie ervan door anderen. Wist je dat mensen die macht (dus ook status, roem, rijkdom en daarmee ‘leiderschap’) ambiëren, statistisch gezien vier maal lager scoren op de HEXACO persoonlijkheidstrek integriteit (eerlijkheid en bescheidenheid) dan anderen? Zij beschouwen zichzelf overigens als goede leiders, want zij hebben hoge ‘zelf-effectiviteit’.
Lees hier dat bescheiden vragen stellen niet per se past bij leiders
Leiderschap kent allerlei verschillende vormen, zoals formeel leiderschap, transactioneel, transformationeel en authentiek leiderschap. Volgens sommige auteurs is iemand alleen een leider als hij ook ‘ethisch’ – beter gezegd: moreel – is. Dat is, als we naar de wereld om ons heen kijken en ons afvragen hoe bepaalde mensen zo veel volgers kunnen hebben, een lastig concept. De idee van volgerschap is dat zij de leider zien als een rolmodel: zo (zouden) zij ook willen zijn.
Lees Ethisch leiderschap, niet te koop in een potje
Impliciete leiderschapstheorie gaat ervan uit dat mensen bepaalde beelden (perceptie) hebben van een goede leider; die overlappen met de eigenschappen die hierboven werden genoemd. Ook blijkt dat de waarden van volgers mede bepalen wie zij als leider zullen zien. Dat hangt niet zozeer af van prestaties of gedrag, maar van de verwachtingen die zij van de leider hebben. En van persoonlijke waarden weten we dat die behoorlijk onveranderlijk zijn, en deels samenhangen met persoonlijkheid.
Zo zal een volger die gericht is op behoud van tradities en veiligheid een leider kiezen die dat uitdraagt, een volger die is gericht op zelftranscedentie (rechtvaardigheid, compassie en moraal), zal een morele leider volgen. Een volger die gericht is op status zoekt een sterke leider die aan dat beeld voldoet; Andrew Tate is hiervan een voorbeeld. Een dergelijke volger zal juist weinig ophebben met een morele leider! Als dit in een werksetting gebeurt, is er een duidelijke mismatch.
Niet alle mensen zijn even gericht op volgerschap. Ook daarin verschillen mensen van elkaar. Sommige willen zelf de baas zijn, anderen gaan autonoom hun eigen weg en weer anderen gaan politiek handig met leiders om.
Elke vorm van leiderschap valt te faken. Mensen kunnen zich – juist door leiderschapsboeken en -trainingen! – bepaalde vaardigheden of scripts eigen maken waardoor zij bijvoorbeeld als ethisch leider overkomen. Zij zijn dan geen authentieke leiders, maar zij kunnen dit soms best lang volhouden. Sommige leiders kunnen van een afstand – via social media – heel sterk en stoer overkomen, maar hoe zijn ze in het echt?
Mensen – zeker volgers – zijn namelijk doorgaans van nature goed van vertrouwen en geloven op het eerste gezicht wat anderen hen vertellen – het zogeheten Spinoza-effect. Het kost inspanning en vaak nog stress ook om van een geloof ‘af te vallen’ en daarom zullen veel volgers gedrag dat niet past bij het beeld dat de leider van zichzelf had opgetrokken, lang rationaliseren.
Lees hier over de schadelijke effecten van fake-leiderschap
Niet voor niets gaat de rechtsstaatgedachte ervan uit dat macht – een begrip dat dicht tegen leiderschap aanligt – door wet en recht gebonden en verdeeld moet worden om verkeerd gebruik ervan te voorkomen. Een goede leider stelt zich ook als zodanig op: hij wil niet alles zelf bepalen, luistert altijd, overlegt met de groep en met collega’s, is zelfreflectief en: transparant en bereid tot verantwoording. Maar zo’n leider is relatief schaars en niet ‘maakbaar’. Heeft een leider dit niet uit zichzelf in zich, dan is het aan de samenleving of organisatie om hiervoor structuren en instituties in het leven te roepen om de leider hiertoe te dwingen.