Je kunt geen managementboek – en zelfs geen juridisch werk – meer openslaan en we zien het staan: empathie. Organisaties moeten empathische leiders hebben en beslissingen moeten empathisch genomen worden. Op podia wordt ook voortdurend gesproken over empathie: ‘we moeten er meer van hebben en daarvoor hebben we een training gemaakt.’ Daar kan niemand tegen zijn, toch? Wat mij opvalt, is dat degenen die empathie veelvuldig ‘voorschrijven’ of als iets intrinsiek goeds beschouwen, vaak niet zo veel weten van wat empathie is. Van Dale is er kort over: empathie is het vermogen om zich in de gevoelens van anderen in te leven. In dit blog leg ik uit wat je erover moet weten.
Empathie is een gelaagd begrip
Niet iedereen is even empathisch
Empathie kan duister zijn
Empathie is partijdig
Empathie als vaardigheid, kan dat wel?
In de psychologie gaat men ervan uit dat empathie een manier is om in groepen te kunnen samenleven en -werken. Het zorgt voor een gevoelsmatige band en prosociaal (hulpvaardig, aardig) gedrag. Er worden verschillende begrippen van empathie gebruikt. Affectieve (‘emotionele’) empathie is de directe en automatische gevoelsmatige respons van iemand op de emotie van een ander. Als we iemand zien huilen, voelen we ons zelf verdrietig. Affectieve empathie is een kortdurende emotie.
Cognitieve (verstandelijke) empathie, ook wel inlevingsvermogen of perspectiefneming is het vermogen om de emoties, gevoelens en gedachten van anderen te begrijpen. Affectieve empathie is hiervoor niet noodzakelijk. Cognitieve empathie stelt mensen in staat om passend te reageren in sociale situaties; zij kunnen hierdoor hun gedrag afstemmen op de behoeften en verwachtingen van anderen. Zij begrijpen bijvoorbeeld dat iemand die huilt van de pijn behoefte heeft aan verlichting ervan en handelen daarnaar.
Niet iedereen heeft even veel affectieve empathie; bij bepaalde stoornissen kent men hierin een tekort. Maar er zijn ook betrekkelijk veel mensen die subklinisch laag empathisch zijn: de dark triad. Verder vermindert empathie onder invloed van allerlei omstandigheden, zoals stress, drukte, vermoeidheid en middelengebruik. En uit onderzoek blijkt dat macht empathie verlaagt; de noodzaak om empathisch te zijn vermindert namelijk bij mensen met macht. Mensen met lage empathie ervaren vaak minder verbinding en zijn daarom soms minder gelukkig. Mededogen, de morele kant van empathie, is daarom op zijn plaats; mensen hebben zichzelf niet gemaakt!
Lees hier meer over macht
Uit onderzoek blijkt dat mensen binnen het autisme spectrum vaak hoog affectief empathisch zijn, maar laag cognitief. Zij raken daardoor juist overweldigd door de gevoelens van anderen en kunnen het vaak niet omzetten in effectief prosociaal gedrag. Dit effect is ook bekend bij mensen buiten dat spectrum: bij een ongeval gaan sommige mensen effectief helpen, anderen zijn zo van streek dat ze het verkeerde doen of wegvluchten. Er kan ook een overload ontstaan als veel van iemands empathie wordt gevraagd. Dat leidt tot uitputting en stress, waardoor iemand juist minder goed kan helpen.
Mensen die cognitieve empathie hebben, kunnen dit inzetten informatie verkrijgen om hen te manipuleren voor eigen gewin. Dark empathy, ofwel duistere empathie, is het cognitieve vermogen om de emoties en perspectieven van anderen te begrijpen en zich aardig en meelevend voor te doen, met als doel dit te gebruiken voor zelfgerichte of schadelijke acties zoals stijgen op de sociale ladder, manipulatie en oplichting Uit onderzoek blijkt dat duistere empathie best vaak voorkomt; onder de algemene bevolking betreft het zo’n 20 %. Empathie is in ook nodig om mensen te kunnen martelen of pesten: je moet immers weten waaronder iemand lijdt om het leed optimaal toe te voegen!
Mensen voelen niet even veel empathie met iedereen op de wereld. Hoe nabijer mensen zijn, op ons lijken of zich in situaties bevinden die wij zelf kennen, hoe sterker de empathie werkt. Dit wordt in-group empathy of in-group bias genoemd. Het zorgt er daarmee – als deze bias niet wordt gecorrigeerd – tot favoritisme en uitsluiting. Ook mensen die zeggen hier geen last van te hebben, zijn met deze bias behept: deze is evolutionair namelijk nuttig. Verder zorgt de bias voor onzorgvuldiger besluitvorming: men gelooft leden van de ingroup sneller, ook als daarvoor geen objectieve reden is.
Lees hier meer over de gevolgen bij besluitvorming
Affectieve empathie is bij volwassenen niet aan te leren, cognitieve kan wel worden verbeterd met de nodige motivatie, wilskracht, geduld en oefening. In veel trainingen wordt empathie gezien als vaardigheid; vooral empathisch luisteren wordt als zodanig beschouwd. Als we naar de beschrijven hierboven kijken, is dat een lastig construct. Net als elke vaardigheid, zal iemand die hiervoor aanleg – talent – heeft, met training hierin beter kunnen worden dan mensen die van nature niet zo empathisch zijn. Empathisch luisteren heeft ook als nadeel dat het nogal ‘gescript’ is, wat tot irritatie kan leiden.
Er zijn ook risico’s aan het trainen in empathisch luisteren: het leert mensen de truc om nog beter te manipuleren. De intentie achter het gebruik van empathische luistervaardigheden bepaalt de uiteindelijke waarde ervan. Mede om deze reden is het belangrijk niet te zeer te vertrouwen op empathie en op empathisch luisteren, maar op onpartijdige gesprekstechnieken die gericht zijn op het vergaren van kennis en informatie. Onderzoekend luisteren is daarop gericht.Lees hier meer over onderzoekend luisteren als werkend alternatief voor empathisch luisteren